Het vierde hoofdstuk gaat over mensheid. In het vierde hoofdstuk heb ik geleerd over hoe mensen zijn verspreid en hoe de informatie vroeger is verspreid door middel van collectief leren. De mens ontstond ongeveer 200000 jaar geleden. We behandelen het ontstaan van de mens als een nieuwe threshold. We hebben machtige brainen waardoor we kunnen communiceren. Mensen hebben onderling informatie doorgegeven aan hun volgende generatie vroeger waardoor er informatie bewaard is gebleven op aarde. Darwin neemt aan dat we zijn afgestamd uit apen omdat we overeenkomsten hebben met die dieren. We stammen af van dezelfde gemeenschappelijke voorouder. Vanaf dat er mensen zijn, hebben mensen zich verspreid over de hele wereld. Mensen gingen vanuit Afrika na delen van Europa, Australië en Amerika.

Threshold 6 gaat over collectief leren. De ingrediënten hiervoor zijn krachtige hersenen, nauwkeurig en veelzijdig symbolische taal waardoor mensen elkaar kunnen begrijpen en informatie over kunnen brengen. De goldilocks conditions zijn interacties tussen individuen en tussen gemeenschappen en het overbrengen van informatie. De nieuwe complexiteiten die hierdoor ontstaan zijn: Een nieuwe soort; De homo sapiens, die collectief leren gebruikt om; op een nieuwe manier met elkaar in contact te komen, aan te kunnen passen aan hun omgeving zonder genetisch te veranderen, en informatie geven van generatie op generatie.

Mensen wilde vroeger steeds meer land omdat ze zo zorgde voor groei, voor geld en ideeën. Het zorgde voor collectief leren, door het uiteengaan van steden werd dit voortgezet zo ontstond het modern wereld. Door middel van meer grond, waren er meer mensen die weer allerlei hun eigen ideeën hadden zoals irrigatie. Doordat mensen zo informatie gingen verspreiden groeide de kennis overal.

Threshold 7 gaat over het agrarische cultuur. De ingrediënten hiervoor zijn toenemende dichtheid van menselijke eigenschappen,kennis over het milieu, collectief leren tussen generaties. De goldilocks coniditons die hierbij horen zijn warmere klimaten na de laatste ijstijd, toenemende concurrentie op hulpbronnen. Hierdoor ontstaan nieuwe complexiteiten zoals temming van planten en dieren en ook ontstaan van dorpen,steden en agrarische beschavingen.